SVH horecaportier Proefexamen 01

Welk gespreksmodel kan het beste toegepast worden in de volgende situatie?

Een klant verkoopt XTC in de discotheek. De horecaportier zegt dat het verkopen van XTC niet is toegestaan.
De klant reageert met “doe niet zo kinderachtig, dat kan best”.

Je bent horecaportier en hebt een klant die problemen maakt. Je kent deze klant persoonlijk.
Wat kun je het beste doen in deze situatie?

Een klant neemt zijn hond mee naar binnen. Je spreekt de klant aan en zegt dat het meenemen van honden verboden is. Je geeft erbij aan dat de hond buiten aangelijnd kan worden.
Wat is jou volgende stap?

Hoe ontstaat tegenwerkend gedrag meestal?

Je controleert de klanten aan de deur. Je ontdekt bij een klant 20 gram softdrugs.
Wat moet je doen?

Tijdens een controle aan de deur tref je een vuurwapen aan bij een klant.
Waarom moet je een vuurwapen niet in beslag nemen?

Bij welk delict is sprake een misdrijf?

Wat kun je met een detectiepoortje vinden?

Een groep dronken mensen verlaat het café. Buiten gooien ze sneeuwballen naar passerende auto’s en fietsers.
Waarvan is er sprake?

Wat mag je als portier doen als je ziet dat een klant een fles drank meeneemt (zonder te betalen).