Hoe beoordeelt u de volgende stellingen?

Stelling 1:  De tijdelijke oudedagslijfrente mag niet later ingaan dan vijf jaar na het jaar waarin de verzekerde de AOW-leeftijd heeft bereikt

Stelling 2:  De premie van de oudedagslijfrente is altijd fiscaal aftrekbaar

Stelling 3:  Het saldo van een bankspaarrekening voor oudedagsvoorziening valt onder de vermogensrendementsheffing van box 3

De WOZ-waarde van een woning is in 2017 € 295.000. Er rust een annuïtaire hypotheek op van

€ 280.000,–tegen 4% rente. De maandelijkse annuïteit bedraagt € 1.300,–. Voor de komende vier jaar gaat de adviseur ervan uit dat een derde deel van de annuïteit aflossing is en twee derde deel van de annuïteit de te betalen rente is. Het marginale belastingtarief is 52%.

Hoeveel is de belastingteruggave in verband met de rente over de eigenwoningschuld?

Wat wordt aangemerkt als uitgaven voor inkomstenvoorzieningen?

De heer Jansen is via zijn werkgever opgenomen in de collectieve pensioenregeling. De pensioenverzekeraar heeft aangegeven dat de jaarlijkse aangroei € 230,– bedraagt. Zijn jaarsalaris, inclusief vakantiegeld, bedraagt € 30.000,–. De franchise voor de berekening van de jaarruimte is € 12.032,–.

Welk bedrag mag hij volgens de berekening van de jaarruimte in 2017 maximaal in mindering brengen op zijn belastbaar inkomen uit werk en woning?