Wat is juist met betrekking tot een KEW?

Wat is de formule voor het berekenen van het belastbare intrestbestanddeel?

Piet en Els van Kampen zijn in gemeenschap van goederen getrouwd. Ze hebben drie kinderen. Toen zij trouwden hebben zij een woning gekocht en een levensverzekering afgesloten, waarbij de uitkering gebruikt wordt om de hypotheek af te lossen. Piet overlijdt. De waarde van de woning is getaxeerd op € 320.000,–. De hypotheekschuld bedraagt € 240.000,–, die door de uitkering uit de levensverzekering wordt afgelost. Er zijn verder geen bezittingen meer.

Wat bedraagt het bezit van Els met weduweverklaring?

Hoe beoordeelt u de volgende stellingen?

Stelling 1: Het doel van de weduwe- of partnerverklaring is het vergroten van het erfdeel van de kinderen.

Stelling 2:  De bijleenregeling houdt in dat over de overwaarde bij verkoop van het huis nooit hypotheekaftrek kan worden genoten als men een nieuwe hypotheek afsluit.

Rob en Marjan  waren getrouwd onder huwelijkse voorwaarden en zijn in 2017 gescheiden. Er was geen sprake van enig gemeenschappelijk vermogen. Ze woonden tijdens het huwelijk in de woning van Rob. Voor deze woning is in 2004 een hypotheek afgesloten. Aan deze hypotheek is een kapitaalverzekering eigen woning (KEW) gekoppeld. Rob overweegt de kapitaalverzekering af te kopen en hiermee de hypotheekschuld te verlagen. Hij wil weten of hij de kapitaalverzekering belastingvrij kan afkopen.

Welke van de onderstaande antwoorden daarop is juist?

Jaap en Karin zijn getrouwd en hebben een Kapitaalverzekering Eigen Woning afgesloten voor

15 jaar. Met de uitkering zal een deel van de eigenwoningschuld worden afgelost. De eigenwoningschuld bedraagt € 320.000,–. Per maand betalen ze € 405,– aan premie.

De vrijstelling KEW bedraagt in 2017:

• Bij minimaal 15 jaar premiebetaling: € 36.900,–
• Bij minimaal 20 jaar premiebetaling: € 162.500,–

Hoe hoog is het belastbare intrestbestanddeel als de polis na 15 jaar € 75.000,– uitkeert?